Graszoden bestaan uit levend materiaal en vragen daarom een goede verzorging. Dit stappenplan voor het leggen van graszoden zorgt voor een optimaal resultaat.
Stap 1: Grondbewerking
Stap 2: Bemesting
Stap 3: Uitrollen
Stap 4: Nazorg
Stap 5: Onderhoud
Als de grond erg ongelijk ligt, sterk verdicht is of als er veel onkruid groeit, begint u met de grond te spitten. U kunt dan meteen de voedingstoestand van de grond verhogen door bladaarde of compost onder te spitten.
Voordat u graszoden gaat leggen moet de ondergrond volkomen vlak zijn. Bovendien moet deze door rollen of aandrukken weer in vaste toestand komen. Na het aandrukken harkt u de bovenste centimeter weer los.
Tijdens alle bewerkingen mag de grond wel iets vochtig zijn, maar niet nat. Wacht dus tot de grond voldoende droog is.
Na de grondbewerking is een bemesting met kunstmest nodig. Strooi 3 – 4 kg mengmestkorrels per 100 m². Deze N.P.K. meststof moet samengesteld zijn met stikstof (N), fosfor (P) en kali (K) in ongeveer gelijke verhoudingen. De kunstmestkorrels moeten door de 10 cm dichte bovenlaag worden ingeharkt om later verbranding van de jonge wortels te voorkomen.
Direct voor het uitrollen van de zoden moet de grond enigzins vochtig zijn. Rol de zoden daarna zodanig uit, dat deze strak tegen elkaar komen te liggen. Strooi tussen de kieren en langs de randen bladaarde of potgrond om uitdrogen te voorkomen.
Na het leggen van de zoden is stevig aanrollen of aankloppen noodzakelijk. Geef nu voldoende water zodat de beworteling van de zoden op gang komt. Houdt de eerste paar weken de vochttoestand in de gaten. Bij droog weer regelmatig water geven om uitdrogen te voorkomen. Geef in de eerste vier weken na het leggen van de zoden in geen geval kunstmest.
Twee tot drie weken na het uitrollen zijn de zoden vastgegroeid. Het gevaar van uitdrogen is nu veel minder groot. Beperk het water geven om de planten tot een diepere wortelgroei te dwingen.
Afhankelijk van het jaargetijde zal er vrij snel na het leggen van de zoden gemaaid moeten worden. Meestal is dat al na één week het geval. De maaimachine moet scherp zijn en afgesteld op de juist maaihoogte. Siergazons worden gemaai op 2 – 3 cm hoogte. Speelgazons en sportvelden worden gemaaid op 3 – 4 cm hoogte.
Om het gras aan de groei te houden moet er tijdens het groeiseizoen regelmatig bemest worden. Maar pas op voor het verbranden van het gras. Gebruik nooit meer dan 1 -2 kg stikstofmeststof per 100 m². Er zijn ook speciale gazonmeststoffen in de handel die minder problemen en risico geven.
Samen maken we jouw groenproject een succes