In dit artikel vind je de onkruidsoorten die je tegen kunt komen in een gazon dat nieuw is ingezaaid.
De omstandigheden temperatuur, daglengte en vocht op het zaaimoment van het gazon bepalen welke onkruidzaden zullen ontkiemen. Dat kan voor verassingen zorgen: de meeste onkruidzaden zijn tientallen jaren kiemkrachtig. Het merendeel van de onkruiden levert geen problemen wanneer ze verschijnen op een nieuw gezaaid gazon. We moeten ervoor zorgen dat ze geen scherm vormen boven het pas gekiemde gras.
De meeste onkruiden die net zo snel ontwikkelen als het gras hebben hun groeipunt boven de grond, ze willen stengels en blad vormen om zich verder te ontwikkelen. Wanneer je start met maaien op 4 à 5 cm en daarna gaat zakken naar 3 cm, zit je onder het groeipunt van de meeste onkruiden. Bij een combinatie van hanenpoot en/of vingergras met onkruiden is het aan te raden de eerste keer laat te maaien.
De meeste onkruiden kunnen zich niet in stand houden in een gazon dat regelmatig gemaaid wordt en verdwijnen langzaam naarmate de grasmat verder dicht groeit. Starten met een goede voorraadbemesting in de toplaag gevolgd door een goed bemestingsplan zorgt ervoor dat de grasmat sneller dichtgroeit.
Deze 1- of 2-jarige plant kiemt het hele jaar door en bloeit ook het hele jaar. Komt vooral voor op nitraatrijke, luchtige en humeuze leem- en zandgrond. Vormt een penvormige wortel, waar de bochtig getande bladeren in een wortelrozet rondomheen staan. Herderstasje bloeit met witte, kleine kruisbloemen en produceert 2.000 tot 40.000 zaden per plant.
Knopkruid is een éénjarige plant die vooral voorkomt op voedselrijke klei- en leemgronden. Hij kiemt in het late voorjaar en ontwikkelt behaard, driehoekig of ovaal blad met een afgeronde, schuine of rechte basis en een spitspuntige top. Knopkruid bloeit van mei tot oktober met kenmerkende witte en gele bloemhoofdjes met een geel hart. Een plant kan 5.000 tot 30.000 zaden produceren.
Deze éénjarige plant kiemt in de zomer en herfst en bloeit in april – oktober met gele schijfbloemen en witte margebloemen. Kamille komt voor op voedselrijke, kalkarme tot kalkvrije leem- en zandgronden. Hij vermeerdert zich via zaad, elke plant kan 5.000 tot 40.000 zaden produceren.
Bijvoet is een warmteminnende plant die kiemt in de late lente. Zijn blad is eerst lancetvormig tot ovaal en later veerlobbig tot veerspletig, veerdelig of verdeeld. De bovenkant is groen en de onderkant is bedekt met een witte, webachtige beharing. Volle, rechtopstaande stengel tot 150 cm. lengte. Bijvoet bloeit in juli – oktober met kleine, eivormige tot langwerpige bloemhoofdjes van 2 – 3 mm in een bebladerde pluim. Hij groeit bij voorkeur op klei- en kleileemgronden en gedijt goed bij veel stikstof in de bodem.
Deze één- of tweejarige plant vinden we vooral op losse, voedselrijke zanderige gronden. Klein kruiskruid kan jaarrond ontkiemen. Hij vermeerdert zich via zaad, een plant kan ongeveer 4.000 zaden produceren. Ook de bloei gebeurt jaarrond, met gele bloemhoofdjes met enkel buisbloempjes.
Spurrie kiemt in het voorjaar en ontwikkelt dan kenmerkende lijnvormige bladeren, met een doorlopende basis en afgeronde, stompe of spitspuntige top. Het blad is onbehaard en groen tot donkergroen. Spurrie bloeit in juni – september met witte bloemen, met vijf kroonbladeren. Komt vooral voor op lichte, kalkarme gronden met voldoende vocht en stikstof. Deze éénjarige plant vermeerdert zich via zaad, een plant kan 1.000 tot 10.000 zaden produceren.
Deze éénjarige plant kiemt in het late voorjaar. De eerste bladeren zijn behaard en donkergroen van kleur. Kruipende of rechte stengel die tot 60 cm. hoog wordt. Zwarte nachtschade bloeit in juni – oktober, met wit met gele stervormige bloemen. Na de bloei ontwikkelen zich giftige bessen, eerst groen en later zwart van kleur. Komt vooral voor op losse, poreuze humusrijke gronden, met veel stikstof.
Vraag het je grasspecialist of lees verder in onze kennisbank.
Samen maken we jouw groenproject een succes